Uit onderzoek van de Vereniging Hogescholen blijkt dat internationale mobiliteit van studenten en docenten belangrijk is voor hogescholen. Hogescholen zijn dan ook actief op het gebied van internationalisering en hebben grote stappen gezet om mobiliteit te stimuleren. Hierdoor doet ruim 22% van de studenten een buitenland ervaring op. Daarmee behoren Nederlandse hogescholen tot de Europese top, zij doen het beter dan hogescholen en universiteiten in landen als Duitsland, Zweden en Italië.
Ondanks deze koppositie zitten hogescholen niet stil. Hogescholen willen meer aandacht besteden aan het bevorderen van uitgaande studiepuntmobiliteit van eerste generatie studenten en studenten met ouders met een lagere sociaaleconomische status. Ook kan het inzetten van een buitenland ervaring in het kader van docentprofessionalisering bij een aantal hogescholen nog worden verbeterd. Hogescholen die hierin voorop lopen kunnen hun kennis en ervaring delen.
Uit een rondgang langs hogescholen blijkt dat de vier belangrijkste barrières voor uitgaande mobiliteit (financiën, taal, informatievoorziening en curriculum) op verschillende manieren worden aangepakt. Hogescholen investeren in beurzenprogramma’s zoals het Holland Scholarship en het Erasmus+ programma. Zij bieden (online) taalonderwijs aan en voorzien studenten op verschillende manieren van informatie over een buitenlandverblijf. Ook zetten hogescholen zich ervoor in om binnen het studieprogramma ruimte te maken voor een buitenland ervaring, zodat studenten hierdoor geen studievertraging oplopen.