Het onderwijsaanbod van hogescholen, universiteiten en het middelbaar beroepsonderwijs is toegenomen op het gebied van de energietransitie, de circulaire economie en duurzaamheid. Daarmee speelt het onderwijs in op de groeiende behoefte van de arbeidsmarkt, waar een grote vraag bestaat naar mensen met kennis en kunde op het vlak van de energietransitie en de circulaire economie. Dat blijkt uit een recente onderwijsverkenning door Het Groene Brein en de coöperatie Leren voor Morgen in opdracht van de Vereniging Hogescholen, de Universiteiten van Nederland (UNL), de MBO Raad en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Om nog beter en met oog op toekomstige ontwikkelingen te kunnen voldoen aan deze sterk groeiende vraag is verdere flexibilisering van het onderwijs nodig. En wanneer het onderwijs in de regio de samenwerking met de praktijk verder versterkt zullen vraag en aanbod elkaar nog beter vinden.
Brede vraag naar duurzame vaardigheden
De verkenning levert naast een overzicht van het aanbod ook een eerste inkijk in de behoefte van de arbeidsmarkt. Dit resulteert in concrete aanbevelingen om de match tussen het huidige onderwijs en de vraag uit de arbeidsmarkt op gebied van de circulaire economie, energietransitie en duurzaamheid te versterken. De vraag vanuit de arbeidsmarkt is groot en verspreid over allerlei sectoren. Om de circulaire en energietransitie vorm te geven zijn goed opgeleide mensen nodig, niet alleen in techniek, maar bijvoorbeeld ook in ontwerp en verkoop. In veel sectoren is er vraag naar brede vaardigheden in duurzaamheid, zoals het gebruik van systeemdenken en een interdisciplinaire aanpak. Specifieke behoeften van sectoren, beroepen en regio’s kunnen verder worden geïdentificeerd om nieuw aanbod daarop te laten aansluiten.
Flexibel onderwijs en leven lang ontwikkelen
Vanuit de arbeidsmarkt en vanuit studenten en docenten is er behoefte aan modulaire, flexibele onderwijsprogramma’s om voldoende medewerkers op te leiden of bij te scholen. Zo kunnen vragen vanuit bedrijven snel worden ingebed in leertaken voor studenten. Ook biedt dit de mogelijkheid om snel duurzame skills te ontwikkelen bij werkenden in diverse sectoren. Door het onderwijs flexibeler te maken en mensen de kans te geven om een leven lang te blijven ontwikkelen kunnen we blijven inspelen op veranderende uitdagingen in de duurzame transities.
Regionale samenwerking
Om wendbaarheid te organiseren en vroeg te signaleren waar gaten en tekorten vallen op de arbeidsmarkt op gebied van de circulaire en energietransitie, blijkt regionale samenwerking in de praktijk goed te werken. Goede voorbeelden van samenwerking zijn te vinden in living labs en learning communities, waarin stakeholders uit onderwijs, onderzoek en praktijk gezamenlijk optrekken op het grensvlak van leren, werken en innoveren.
Uit de verkenning volgt dan ook de aanbeveling om te investeren in het vormen van een platform waarin samenwerking tussen onderwijs en werkveld concreet vorm kan krijgen op regionaal niveau. Zo'n platform dient snel en eenvoudig partijen in de regio, uit verschillende onderwijslagen en beroepenveld aan elkaar te kunnen verbinden. Het platform kan hierbij voortbouwen op bestaande initiatieven en lopende projecten verbinden. Hierdoor kan snel en dynamisch worden gewerkt aan een leven lang ontwikkelen.
Nationale Leven Lang Ontwikkelen (LLO)-Katalysator
Partijen uit het onderwijs en arbeidsmarkt slaan de handen ineen om het opleiden en bijscholen voor de transities verder te brengen. De onderwijsraden hebben in het Klimaatakkoord in 2019 afgesproken om op deze thema’s gezamenlijk op te trekken en nemen de aanbevelingen mee in de ontwikkeling van een Nationale LLO-Katalysator. Dit initiatief van bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, onderwijs en overheid initieert en coördineert samenwerking, creëert nieuwe oplossingen waar gaten vallen en verstrekt waar nodig middelen om LLO landelijk en regionaal efficiënter en effectiever te organiseren. Deze verkenning biedt goede voorbeelden en andere concrete handvaten waar onderwijsexperts en bedrijfsleven mee aan de slag kunnen.
Meer informatie:
- Voor meer informatie over het onderzoek: Antoine Heideveld (Het Groene Brein)
- Voor meer informatie over de LLO-Katalysator: Aldert Jonkman (Vereniging Hogescholen)