Met het voorstel voor de mogelijke invoering van de coronatoegangsbewijzen (CTB) in het hoger onderwijs zoals deze nu aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd, vraagt het kabinet het onmogelijke van de hogescholen en universiteiten van Nederland. Het verplichten van een CTB beperkt ontegenzeggelijk de toegankelijkheid, terwijl het kabinet 100% toegankelijkheid tot het hoger onderwijs voor alle studenten eist. Daarnaast tellen de hogescholen en universiteiten samen honderden locaties en duizenden colleges en werkgroepen per week. De controle hierop levert grote uitvoeringsproblemen op. Gezien de hoge vaccinatiegraad en het uitblijven van uitbraken in de sector vragen de onderwijskoepels Universiteiten van Nederland (UNL) en Vereniging Hogescholen (VH) de Tweede Kamer met klem te besluiten de coronatoegangsbewijzen niet op deze wijze toe te passen in het hoger onderwijs en de sector de ruimte te geven eerst te kijken naar alternatieven. Als het kabinet er toch voor kiest de CTB’s in te stellen, dan kan dat in deze sector alleen uitgevoerd worden met beperkte controle en een beperkt aanbod van alternatief onderwijs. Hogescholen en universiteiten kunnen dan bijvoorbeeld steekproefsgewijs controleren of CTB’s risicogericht inzetten bij onderwijsruimtes met meer dan 75 studenten. Ook zijn er internationaal diverse andere alternatieven ontwikkeld voor controle van toegangsbewijzen.
CTB’s als uiterste middel, volwaardig alternatief onderwijs onmogelijk
De hogescholen en universiteiten willen zoveel mogelijk fysiek onderwijs blijven geven, dat is van essentieel belang voor de mentale gezondheid van studenten. Juist in coronatijd hebben we geleerd dat online onderwijs hele mooie oplossingen biedt, maar wat betreft een optimaal leerproces ook zijn beperkingen kent. Daarom denken de hoger onderwijsinstellingen sinds het uitbreken van de pandemie mee over manieren waarop fysiek onderwijs door kan gaan, ook nu de besmettingen weer oplopen. Instellingen kunnen zich voorstellen dat de CTB’s als uiterste noodmaatregel ingevoerd worden. Maar de manier waarop dat nu is vorm gegeven stuit op de grenzen van de mogelijkheden in het hoger onderwijs. Instellingen worden door het kabinet verplicht studenten die geen CTB willen of kunnen laten zien een volwaardig alternatief programma aan te bieden. Pieter Duisenberg, voorzitter Vereniging Universiteiten van Nederland: “We kunnen onze docenten die al een heel hoge werkdruk hebben niet vragen om al het onderwijs ook nog eens twee keer aan te bieden: zowel fysiek als online. Hoorcolleges online lukt vaak wel, maar bijvoorbeeld kleine vakken, project- en praktijkvakken allemaal dubbel aanbieden, is niet te doen.” Maurice Limmen, voorzitter Vereniging Hogescholen: “Het invoeren van coronatoegangsbewijzen gaat ten koste de van toegang tot onderwijs, dat is klip en klaar. We kunnen niet hetzelfde onderwijs gelijktijdig zowel fysiek als digitaal aanbieden. De politiek moet hierin een eerlijke afweging maken en niet een onuitvoerbare taak bij onze docenten leggen.”
100% controle onuitvoerbaar
Universiteiten en hogescholen doen er alles aan om veilig en verantwoord open te zijn. Er hebben zich geen grote clusters van besmettingen voorgedaan, de vaccinatiegraad onder studenten en medewerkers is hoog en daarbij is ook al een flink deel van de studenten hersteld van corona. Naast deze vragen over de proportionaliteit van het inzetten van CTB’s, is het ook praktisch onuitvoerbaar. Maurice Limmen: “Studenten komen iedere dag naar de campus en bezoeken daarbij verschillende gebouwen. Dat is echt iets anders dan het incidenteel bezoeken van een concert. Daarom is beperkte controle in het hoger onderwijs te rechtvaardigen, we vragen de politiek om die mogelijkheid te creëren.” Pieter Duisenberg: “Universiteiten en hogescholen zijn geen festivalterrein. We kunnen niet op één plek een paar beveiligers neerzetten en dan is het klaar. Het is ondoenlijk om op honderden locaties honderdduizenden studenten allemaal te controleren. ”