Voor sommige studenten in het hoger onderwijs is stagediscriminatie de dagelijkse realiteit. Ze kunnen moeilijk een stageplaats bemachtigen of krijgen te maken met discriminatie tijdens een stage. Hogescholen, universiteiten, de ministeries van OCW en SWZ, studentenorganisaties en werkgevers hebben vandaag een manifest ondertekend om stagediscriminatie aan te pakken. Studenten moeten onder meer op zo’n manier worden begeleid dat iedereen een gelijke kans heeft op een stageplek.
Een student met migratieachtergrond voor wie geen plek is bij een stagebedrijf, terwijl een medestudent zonder migratieachtergrond daar wèl wordt aangenomen. Of een student die wordt afgewezen voor een stage nadat ze had verteld over haar niet-heteroseksuele achtergrond. Het zijn twee voorbeelden van stagediscriminatie: studenten met bijvoorbeeld een niet-Nederlandse naam, functiebeperking, kleur of migratieachtergrond die een veel kleinere kans hebben op een stageplek, of discriminerende uitingen ervaren tijdens een stage.
Emotionele impact
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat stagediscriminatie structureel van aard is en dat deze vorm van kansenongelijkheid grote impact heeft op studenten. Het zelfvertrouwen en welbevinden van studenten worden negatief invloed beïnvloed. Stagediscriminatie vergroot ook de kans op studievertraging en het vroegtijdig afbreken van de studie en zorgt daarnaast voor een moeilijkere start op de arbeidsmarkt.
Stagediscriminatie kan alleen gezamenlijk worden opgelost. De VH, UNL, studentenorganisaties ISO en LSVb, de ministeries van OCW en SWZ, werkgeversorganisatie VNO-NCW/MKB-Nederland en ECHO (Expertise Centrum Diversiteitsbeleid) slaan nu de handen ineen. Ze komen nu in actie met het ondertekenen van een manifest tegen stagediscriminatie in het hoger onderwijs. De organisaties spreken daarin uit dat ze gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het tegengaan van stagediscriminatie, en dat ieder op zijn eigen manier aan zet is om dit complexe vraagstuk te helpen oplossen.
Begeleiding
In de periode tot en met 2026 wordt er gewerkt aan adequate begeleiding van studenten bij het zoeken, vinden en behouden van stageplekken, om zo elke student een gelijke kans te bieden op een stageplek. Bij de ondersteuning en in het curriculum is er aandacht voor stagediscriminatie. Ook komen er procedures binnen onderwijsinstellingen voor het melden en bespreekbaar maken van stagediscriminatie.
Verder wordt een voorlichtingscampagne ontwikkeld voor studenten, docenten en stagebegeleiders. Ook worden er onderwijsmaterialen gemaakt, best practices en casussen gedeeld, en trainingen en gastcolleges verzorgd om zo stagediscriminatie herkenbaar en bespreekbaar te maken.
Maurice Limmen (VH): “Het hbo neemt haar verantwoordelijkheid om zich extra in te zetten tegen stagediscriminatie. Docenten spelen daar een belangrijke rol in, mede door de signalering van discriminatie en in het gesprek tussen de stagiair en het stagebedrijf. Uiteindelijk is de stagebegeleiding in de praktijk cruciaal. Het is daarom goed dat betrokken partijen nu de handen ineenslaan om dit probleem aan te pakken”.
11 oktober 2023: Lees op de website van ECHO meer over de inhoud van het werkprogramma dat is opgesteld met input van de ondertekenaars van het manifest.