Zo blijkt uit het jaarverslag van de onafhankelijke Raad voor kwaliteitsborging peer-review. Dit jaarverslag werd vandaag aangeboden aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De raad concludeert dat instellingsoverstijgende peer-review een stevige bijdrage levert aan de kwaliteitsverbetering van de opleidingen. Met name het enthousiasme van de deelnemers en de bereikte resultaten versterkt de opvatting van de raad dat middels het project peer-review een unieke werkwijze ontwikkeld is, die als voorbeeld kan gaan dienen voor andere hbo-opleidingen.
Door middel van instellingsoverstijgende peer-review werken vakdocenten gestructureerd aan vakinhoudelijke afstemming en kwaliteitsborging van het onderwijs in de lerarenopleidingen. "Het enthousiasme dat we bij lerarenopleiders zien wanneer ze met elkaar het vakinhoudelijke gesprek aangaan, onderstreept dat de gekozen werkwijze past bij deze professionals die als geen ander het voorbeeld moet geven in hoe leraren mèt en vàn elkaar kunnen leren en zo werkenderwijs de kwaliteit van hun onderwijs verbeteren", aldus Ans Buys, voorzitter van de Raad voor kwaliteitsborging peer-review.
Nu zijn alle pijlen gericht op een duurzame inbedding van peer-review. Een belangrijke impuls is dat de NVAO in het nieuwe accreditatiestelsel aan peer-review een belangrijke rol toekent om zo enerzijds de verantwoordingslast meer bij de instellingen zelf te leggen en anderzijds de accreditatielast te verminderen. Buys: "Peer-review is mijns inziens niet alleen een eigentijdse en krachtige manier van samen leren, maar zou eveneens een stimulerend alternatief kunnen zijn voor veel als onnodig ervaren ballast rondom de accreditatie."