De Inspectie van het Onderwijs publiceerde vandaag haar jaarlijkse ‘Staat van het Onderwijs’. Daaruit blijkt dat de kwaliteit van het hoger onderwijs in coronatijd op peil is gebleven. De pandemie heeft bovendien weinig impact gehad op de studievoortgang van studenten. Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen: “Het inspectierapport geeft aan dat hogescholen in crisistijd goed werk hebben geleverd, daar mogen we trots op zijn.”
Het rapport toont aan dat het afgelopen jaar de digitalisering van het hoger onderwijs is versneld. De ICT-infrastructuur is verbeterd en de deskundigheid van docenten met betrekking tot het verzorgen van online en hybride colleges is vergroot. Hogescholen willen deze voordelen van afstandsonderwijs behouden, maar volgens Limmen blijft fysiek onderwijs de basis. “Hogescholen hebben tijdens de coronacrisis veel geleerd over welke vormen van digitaal onderwijs waardevol zijn. Die ervaringen nemen we mee naar de toekomst.”
Werkdruk en studentenwelzijn
De onderwijsinspectie concludeert ook dat studenten hard zijn getroffen doordat eind 2021 weer moest worden overgeschakeld naar afstandsonderwijs. Dit leidde wederom tot eenzaamheid en motivatieproblemen. Voor docenten betekende de coronapandemie ook op dat moment weer, een verhoogde werkdruk. Limmen “We hebben veel moeten vragen van onze docenten, die bij herhaling plotsklaps weer digitale lessen moesten geven. Ik heb groot respect voor al die mensen die daar keer op keer hun schouders onder hebben gezet”, aldus Limmen.
Inmiddels zijn de omstandigheden rondom de coronapandemie vooralsnog gestabiliseerd. En dat is goed nieuws, want daardoor kunnen alle studenten weer fysieke lessen volgen. Limmen: “Dat hebben studenten enorm gemist. Het is voor het welzijn van studenten heel belangrijk dat ze elkaar blijven ontmoeten op de hogeschool.”