Intensiever en kleinschaliger onderwijs met meer docenten, verdere professionalisering van docenten, meer begeleiding van studenten, aandacht voor talentontwikkeling en het realiseren van moderne onderwijsfaciliteiten. Dat moeten de vijf investeringsdoelen zijn van het geld dat vanaf 2018 beschikbaar komt door de invoering van het Studievoorschot. Het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO), de Landelijke Studentenvakbond (LSVb), de Vereniging Hogescholen (VH) en de Vereniging van Universiteiten (VSNU) presenteerden deze gezamenlijke agenda zojuist aan minister Bussemaker op de Haagse Hogeschool, in het bijzijn van docenten en studenten.
Als het aan de hoger onderwijs- en studentenkoepels ligt, werken universiteiten en hogescholen bovenstaande kernambities uit in concrete maatregelen, in nauwe dialoog met studenten en docenten. De hoger onderwijsinstellingen hebben via voorinvesteringen al een impuls gegeven aan de kwaliteit van het hoger onderwijs. De partijen willen deze impuls met de inzet van de middelen uit het Studievoorschot continueren en verder uitbouwen, onder andere door te investeren in meer docenten voor de klas en intensievere begeleiding van studenten.
De partijen benadrukken het belang van hoger onderwijs van wereldformaat en het recht voor elke student op gelijke kansen. "Studenten verdienen het om beter ondersteund en begeleid worden tijdens hun studie. Zo kunnen bijvoorbeeld ook studenten die van huis uit minder gestimuleerd worden, hun opleiding succesvol voltooien", aldus LSVb-voorzitter Jarmo Berkhout.
Ook Thom de Graaf, voorzitter Vereniging Hogescholen, ziet in de gezamenlijke agenda een belangrijke stap richting het verbeteren van de begeleiding van studenten naar en tijdens de studie: ‘"Persoonlijk contact, het gevoel van ergens bij horen en betrokken zijn bij de opleiding, zijn allesbepalend voor het welbevinden van een student en de mate van studiesucces. Hogescholen zetten in op maximale begeleiding, vooral bij studiekeuze en tijdens het eerste jaar."
Meer en betere docenten
VSNU-voorzitter Karl Dittrich: "De juiste feedback geven en intensief begeleiden, dat is de kern van lesgeven. Wij zetten daarnaast in op meer docent per student, en op verdere professionalisering van docenten. De eerste stap hierin is dat wij meer waardering voor de werkzaamheden van docenten aan de dag leggen door meer belang te hechten aan hun onderwijsprestaties."
Studenten- en docenteninspraak kan niet ontbreken
Tot slot is het van belang dat er gesproken wordt over de inhoud van kwaliteit van het onderwijs. Dat gesprek moet plaatsvinden tussen studenten, docenten en bestuurders. ISO-voorzitter Jan Sinnige: "Kwaliteit van onderwijs is een mooie beleidsmatige term, maar wordt gerealiseerd binnen een universiteit of hogeschool. Op elke instelling kan het gesprek over wat kwaliteit specifiek daar inhoudt nu van start gaan. Daar is deze gezamenlijke agenda een handreiking voor."
De gemeenschappelijke Agenda Hoger Onderwijs kunt u hieronder downloaden.
Dit is een gemeenschappelijk persbericht van:
Zie ook: OCW - agenda en aanbiedingsbrief