De Vereniging Hogescholen heeft gereageerd op de internetconsultatie van de Wet ‘Internationalisering in balans’. Het doel van het wetsvoorstel is het ontwikkelen van instrumenten waarmee “de voordelen van internationalisering worden versterkt en de nadelen ervan worden beperkt". De VH constateert dat er zorgen zijn over de instroom van internationale studenten. Maurice Limmen, voorzitter Vereniging Hogescholen: “Wij hebben alle begrip voor de zorgen rondom internationalisering maar het wetsvoorstel dat nu voorligt, is voor de hbo-sector niet-proportioneel; vooral gegeven ons relatief beperkte, bovendien relatief stabiele aantal internationale studenten.”
Hogescholen voeren regie op instroom
Hogescholen begrijpen dat een te grote instroom van internationale studenten tot zorgen leidt, onder meer op het gebied van huisvesting. Ongebreidelde groei van het aantal internationale studenten is in het hbo echter niet aan de orde: in de achterliggende jaren was er een beperkte groei, maar de voorlopige instroomcijfers tonen voor het studiejaar 2023-2024 bijvoorbeeld weer een lichte daling. Hogescholen zijn bovendien bereid ook op sectorniveau zelfregie te voeren.
De VH begrijpt volstrekt niet waarom het wetsvoorstel zich louter richt op bachelor- en de Associate Degree (AD) studies en geheel niet op het masterniveau, waar de percentages internationale studenten onvergelijkbaar hoger zijn en bovendien veel sneller groeien. Het aantal internationale studenten bachelor in het hbo is kleiner dan 8% en voor de Associate Degree is het percentage überhaupt verwaarloosbaar.
Aansluiting van internationale studenten op de Nederlandse arbeidsmarkt
Nederland kent grote regionale verschillen, met name in de krimpregio’s kan de instroom van buitenlandse studenten in het hoger beroepsonderwijs van groot belang zijn voor de regionale economie. Maar ook landelijk hebben we tekorten aan vakkrachten waar de internationale student mede in zou kunnen voorzien. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat steeds meer internationale studenten na hun studie in Nederland blijven om hier te werken. Van de internationale studenten die in het studiejaar 2018-2019 afstudeerden, had 32 procent een jaar later een baan in Nederland. Eerdere jaren lag dat percentage rond de 20 procent.
Het hbo ziet voor zichzelf vooral een rol weggelegd om studenten optimaal voor te bereiden op de Nederlandse arbeidsmarkt en zo de blijfkans voor internationale studenten in Nederland te vergroten. Hogescholen staan immers in nauw contact met het werkveld, daarop stemmen zij hun opleidingsaanbod af en zij werven gericht om de (toekomstige) tekorten op de arbeidsmarkt in te vullen. Tenslotte kennen we in Nederland sectoren die per definitie in een internationale context werken, zoals de hotelscholen. De meeste beroepen waar het hbo voor opleidt zijn en blijven Nederlandstalig, zoals verpleegkundige en de leraar.
Continueer bestuurlijke afspraken
De VH geeft nadrukkelijk in overweging om het wetsvoorstel in deze vorm niet in te dienen, maar eerst het gesprek over bestuurlijke afspraken te continueren. Mocht de regering toch het wetsvoorstel indienen, dan verzoeken wij om het wetsvoorstel aan te passen zodat het ook voor het hbo passend wordt. Een aangepast wetsvoorstel, erop gericht om de hogescholen meer instrumenten te geven zodat ze kunnen sturen op en invulling geven aan bestuurlijke afspraken, zou de VH toejuichen.