In het najaar van 2019 hebben de hogescholen hun agenda ‘Samen toekomstbestendige leraren opleiden’ gepresenteerd (klik hier). Hogescholen zetten o.a. in op toegankelijke en flexibele routes naar het leraarschap. Studenten met een ambitie om leraar te worden willen we zo veel mogelijk ondersteunen in die ambitie.
Indertijd zijn de toelatingstoetsen voor de pabo’s ingesteld om de kwaliteit van de pabo’s te borgen en de overladenheid van het curriculum tegen te gaan. Er worden hoge eisen gesteld aan de inhoud van het opleidingsprogramma en eindniveau. Binnen het reguliere vierjarige programma is geen ruimte om kennisachterstanden weg te werken.
Uit de evaluatie van ResearchNed blijkt dat de toelatingstoetsen inmiddels ‘zijn ingeburgerd’. Na een aanvankelijke daling is de instroom op de pabo’s weer toegenomen tot op het niveau van voor de invoering van de toetsen. De uitval tijdens de opleiding is afgenomen en de doorstroom van met name mbo’ers naar het tweede jaar is sterk verbeterd. De toelatingstoetsen blijken verder een positief effect te hebben op de kwaliteit, het imago en de overladenheid van het programma van de pabo. ResearchNed concludeert dat nog niet kan worden vastgesteld welke uitwerking de toelatingstoetsen hebben op de uitstroom, omdat nog geen cohort studenten is afgestudeerd dat aan de toelatingstoetsen moest voldoen. Gezien de positieve effecten op de doorstroom, is het goed denkbaar dat dit ook effect heeft op de uitstroom. Keerzijde van de toetsen, zo laat onderzoek van het CPB zien, is dat in het bijzonder mbo-studenten minder instromen in de pabo’s.
Hogescholen willen de toetsen niet afschaffen, omdat ze een belangrijke schakel zijn in het borgen van de huidige kwaliteit van de pabo’s. Dat is essentieel voor de opleidingen, maar ook voor het imago en aantrekkelijkheid van het beroep van leraar. Wel willen hogescholen op korte termijn knelpunten wegnemen die uit de evaluatie naar voren komen. Op wat langere termijn, als er bijvoorbeeld uitstroomcijfers voor meerdere cohorten voorradig zijn, willen de hogescholen opnieuw evalueren hoe zij tegenover de toelatingstoetsen staan.
De hogescholen willen er op inzetten om samen met mbo scholen te zorgen dat meer mbostudenten het keuzedeel dat voorbereidt op de pabo gaan volgen. Ze bekijken of het succesvol voltooien van (onderdelen van) dit keuzedeel in de toekomst kan leiden tot vrijstelling(en) van de toelatingstoetsen voor de pabo. Verder willen de hogescholen werken aan betere ondersteuning van havisten en mbo-studenten die een niet-verwante opleiding volgen bij de voorbereiding op de
toelatingstoetsen. Hiertoe willen ze meer gerichte ondersteuning bieden in voorbereiding op de toetsen, georganiseerd en afgestemd met de regio’s.
Vooral studenten met een niet-westerse migratieachtergrond gaan minder vaak naar de pabo. De hogescholen willen onnodige drempels voor deze groep wegnemen, bijvoorbeeld door te bekijken hoe zij aspirant-studenten met een migratie-achtergrond die zich nu mogelijk laten afschrikken door de toelatingstoetsen, beter kunnen voorlichten. Op die manier willen de hogescholen ook hen ondersteunen in hun ambitie om leraar te worden.