Cao-partijen hebben in de cao 2014–2016 afspraken gemaakt over duurzame inzetbaarheid (DI). De nieuwe regeling is bedoeld om werknemers in de gelegenheid te stellen hun werk goed, gezond en met plezier te kunnen blijven doen en om werk en privé goed te kunnen combineren.
De nieuwe DI-afspraken vormen een aanvulling op de in de vorige cao gemaakte afspraken over professionalisering. Die afspraken brachten een budget tot stand waarmee de werknemer zijn weerbaarheid en aantrekkelijkheid voor de arbeidsmarkt kan bevorderen (employability). Met de nieuwe DI-afspraken is er ook een budget gekomen voor het bevorderen van de vitaliteit en belastbaarheid van medewerkers. Door de combinatie van beide budgetten is een compleet arrangement, gericht op de duurzame inzetbaarheid van medewerkers tot stand gekomen.
Een hogeschool kan de uitvoering van het DI-beleid afstemmen op de eigen situatie. Om ervoor te zorgen dat binnen de instelling voor iedereen duidelijk is hoe met DI wordt omgegaan is afgesproken dat elke hogeschool een reglement opstelt. Voorop staat dat duurzame inzetbaarheid een verantwoordelijkheid is van werkgever en werknemer samen. Van de werknemer wordt verwacht dat hij zijn DI-budget actief inzet, van de leidinggevende mag worden verwacht dat hij hem daarbij faciliteert.
Zie ook
Toekomst
De AOW-gerechtigde leeftijd stijgt en medewerkers zullen langer doorwerken. Het belang van duurzame inzetbaarheid, zowel van de medewerker als van de werkgever neemt daarmee toe.