Vandaag hebben de universiteiten en de hogescholen een gezamenlijk position paper gepubliceerd. De universiteiten en hogescholen hebben in dit paper gezamenlijke ambities geformuleerd en prioriteiten benoemd voor de komende jaren. De focus ligt op meer differentiatie binnen het stelsel van hoger onderwijs, tussen instellingen, in onderwijsaanbod en in persoonlijke routes van de student.
Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen: ”We doen dit alles vanuit de basisgedachte dat hogescholen en universiteiten “gelijkwaardig, maar verschillend” zijn. We willen ervoor zorgen dat Nederlandse studenten sneller op de voor hen meest geschikte opleiding terecht komen.“ VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg: “We willen samen stappen zetten om het stelsel van hoger onderwijs voor te bereiden op de toekomst. Met meer samenwerking kunnen we meer betekenen voor studenten en maatschappij.”
Iedere student op de juiste plek
Hogescholen en universiteiten zetten in op de verbetering van de studiekeuze, meer doorstroommogelijkheden van hbo naar wo en vice versa, en het faciliteren van flexibele leerpaden, zoals 3-jarige hbo-programma’s voor vwo’ers. Daarbij is het optimaliseren van doorverwijzing en doorstroom, ‘wisselstroom’, een belangrijkste stap. Een goede studiekeuze begint al op de open dag: het paper bevat ook de ambitie om het keuzetraject van de aankomende student vóór de poort verbeteren met betere voorlichting, matching en keuzebegeleiding. Op regionaal niveau bekijken hogescholen en universiteiten gezamenlijk welke vormen van samenwerking verder nog mogelijk zijn. Duisenberg: “Wanneer een student op de juiste plek zit, stijgt het studiesucces en daalt de belasting voor iedereen. We willen op meer punten samenwerken om dit voor elkaar te krijgen”.
Gezamenlijk aanbod voor een Leven Lang Ontwikkelen
Hogescholen en universiteiten zien het als hun maatschappelijke opdracht om de groeiende vraag naar ‘tweede en derde opleidingen’ van een passend antwoord te voorzien. Zij breiden de komende jaren daarom hun aanbod op het gebied van leven lang ontwikkelen uit en werken daarbij zo veel als mogelijk is onderling samen, evenals met het mbo. Uitgangspunt is de behoefte van de post-initiële student. Bijvoorbeeld door het aanbod niet op instellings- of kwalificatieniveau te organiseren, maar op discipline- of sectorniveau. “Het is daarbij van belang dat de overheid deze ontwikkeling steunt en faciliteert, door middel van passende regelgeving en bekostiging.”, aldus Limmen.
Samen goede en bekwame leerkrachten opleiden
Het is de gezamenlijke missie en maatschappelijke opdracht van de hogescholen en universiteiten om goede en bekwame leerkrachten op te leiden. Goede leerkrachten zijn immers van cruciaal belang voor de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs. Daartoe bieden hogescholen en universiteiten elk opleidingen aan tot leraar in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Duisenberg: “In deze tijd van lerarentekorten is het goed opleiden van meer mensen voor de klas een opdracht aan ons allemaal. We zetten concrete stappen om bij te dragen aan de oplossing hiervan, met een gezamenlijk loket waar zij-instromers terecht kunnen, en met intensievere samenwerking in de regio”.
Doorontwikkeling van het hbo
De hogescholen hebben aangegeven zelfstandig derde cyclus opleidingen – volgend op een master - aan te willen bieden, leidend tot bijvoorbeeld een professional doctorate. VSNU en VH zijn het er over eens dat deze opleidingen in het hbo een waardevolle toevoeging op het huidige stelsel van hoger onderwijs kunnen zijn. Het gaat hier nadrukkelijk om een andere invulling van de derde cyclus dan zoals we die kennen in het WO. Waar het onderzoek in de derde cyclus aan universiteiten altijd ook is gericht op het verleggen van de grenzen van de wetenschappelijke discipline, zal onderzoek in de derde cyclus op het hbo gericht zijn op het verleggen van grenzen in de beroepspraktijk. Kracht van ons stelsel is dat we twee gelijkwaardige vormen van hoger onderwijs hebben met elk een ander karakter. De trajecten binnen een derde cyclus in het hbo vormen een duidelijk antwoord op een (toegepaste) vraag vanuit het bedrijfsleven of de bredere samenleving. Limmen: “Hiermee bieden we ontwikkelperspectief aan ambitieuze studenten, kunnen we de inhoud van ons onderwijs verder versterken, en de impact van ons onderzoek op de beroepspraktijk verder vergroten."
Aanvulling: interview Radio 1 met mr. dr. Welmoed van der Velde, lector Maritime Law bij NHL Stenden hogeschool, over de professional doctorate: