Actualiteit

PO-Raad en Vereniging Hogescholen: goed bewegingsonderwijs vraagt samenwerking

Kwalitatief hoogstaande gymlessen voor kinderen op basisscholen vinden de Vereniging Hogescholen en de PO-Raad cruciaal. Om kinderen meer te laten bewegen en hen gezonder en beweegvaardiger te maken, is het belangrijk dat binnen en buiten de school aan bewegen wordt gedaan. Daarbij vullen groepsleerkrachten met een leergang bewegingsonderwijs en vakdocenten elkaar aan om ervoor te zorgen dat kinderen meer bewegen op en rond de school. Tevens bepleiten PO-Raad en Vereniging Hogescholen in een brief aan de Tweede Kamer meer samenwerking tussen scholen, gemeenten en sportverenigingen om ook gezondheid buiten het onderwijs te bevorderen.

Groepsdocent en vakdocenten samen voor meer bewegen
Het wetsvoorstel van de heer Van Nispen (SP) betreft regels over de kwalificatie van leraren en het vaststellen van een minimum aantal uren voor het bewegingsonderwijs in het primair onderwijs. Het voorstel beoogt dat ieder kind op de basisschool minimaal drie uur bewegingsonderwijs krijgt per week, aangeboden door een gekwalificeerd vakdocent. De SP wil het bewegingsonderwijs verbeteren door de bevoegdheid voor het vak te beperken tot docenten die een opleiding aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) hebben voltooid. De PO-Raad en de Vereniging Hogescholen zijn het er mee eens dat deze vakdocenten van groot belang zijn om kinderen te inspireren meer te bewegen en bewegingsvaardiger te maken, maar zijn er ook van overtuigd dat een gezonde leefstijl voor kinderen meer behelst dan een paar uur gymles per week. Bevoegde groepsleerkrachten kunnen samen met vakdocenten een belangrijke rol spelen om ervoor te zorgen dat het bewegen van kinderen ook in andere lesprogramma’s wordt geïntegreerd. De ondertekenaars vinden dat beide vakbekwame leerkrachten, met ieder hun eigen specialisaties en kwaliteiten, van belang zijn om kinderen te leren bewegen én meer te laten bewegen. Juist dit gedifferentieerde aanbod kan elkaar goed aanvullen en geeft scholen de ruimte om bewegen zo in het onderwijs in te passen dat het aansluit bij behoefte en mogelijkheden.

Bewegen ook op andere manieren
Maar we moeten ons niet blindstaren op het effect van meer lesuren door uitsluitend vakleerkrachten, zeggen de sectororganisaties. Bewegingsonderwijs is niet de enige manier waarop scholen aandacht besteden aan bewegen en gezondheid. Scholen kunnen dit integreren in andere vakken, werken met de Gezonde School-aanpak en hun schoolpleinen zo inrichten dat bewegen aantrekkelijk wordt. Ook samenwerking met gemeenten en sportorganisaties is belangrijk. Beweging buiten de school moet meer gestimuleerd worden, vinden ze. De school kan het niet alleen en heeft bovendien maar voor een deel invloed op de bewegingsvaardigheid van leerlingen, zo concludeerde de Inspectie van het Onderwijs afgelopen voorjaar in een onderzoek.

Gerelateerd

Nationaal Groeifonds: leraren kunnen blijven doorleren

Article

De ontwikkelmogelijkheden voor leraren worden in de komende tien jaar aanmerkelijk verbeterd en uitgebreid. Dat is het gevolg van het kabinetsbesluit van vandaag om 160 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds hiervoor te besteden. Van dat geld kan in de komende vier jaar 73 miljoen euro worden besteed; de rest van het bedrag is voorwaardelijk toegekend.

Lees meer

Specialisatie maakt pabo-opleiding aantrekkelijker

Article

Er komt een landelijk specialisatiemodel voor pabo-studenten die zich in hun opleiding ook toeleggen in onderwijs aan jongere of juist de oudere kinderen van de basisschool. Dit model gaat pabo’s helpen om de specialisatie vorm te geven. Leraren die al voor de klas staan en zich willen bijscholen, gaan het model in de toekomst ook gebruiken. Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen: “Dit kan toekomstige leraren een ander carrièreperspectief geven: verdieping in hun vak, terwijl ze toch breed opgeleid op de arbeidsmarkt komen. Dat maakt het vak aantrekkelijker, wat kan helpen bij de aanpak van het lerarentekort.”

Lees meer

Ook de komende jaren zetten hogescholen en universiteiten zich in voor aanpak lerarentekort

Article

Hogescholen en universiteiten omarmen het vandaag door minister Wiersma en Dijkgraaf gepresenteerde Onderwijsakkoord en de opzet voor een werkagenda Samen voor het beste onderwijs. In de werkagenda zetten de ministers van onderwijs, werkgevers, leraren(organisaties) en lerarenopleidingen hun agenda voor de komende jaren uiteen. Deze werkagenda bouwt voort op wat de partijen al onderling met elkaar hebben bereikt op het gebied van onderwijskwaliteit, kansengelijkheid en het terugdringen van het lerarentekort. Met de werkagenda zetten partijen een extra stap om deze grote maatschappelijke problemen aan te pakken.  

Lees meer