Foto boven: Rob Gieling
"Doe het niet, die langstudeerboete, en doe het zo snel mogelijk niet" zo sprak voorzitter Maurice Limmen van de Vereniging Hogescholen afgelopen donderdag bij de opening van het nieuwe hogeschooljaar bij de HAN. Limmen roept het kabinet op af te zien van bezuinigingen op het hbo en juist te investeren in talent. Limmen: "Alleen al de plannen om de langstudeerboete opnieuw in te voeren, zorgen er helaas voor dat jongeren nu al andere keuzes maken. Ik sprak afgelopen zomer studenten die niet meer voor een technische opleiding gaan, of in plaats van een bachelor een kortere Associate degree zijn gaan doen."
Limmen sprak zijn grote zorg uit dat het kabinet met deze bezuinigingen (naast de langstudeerboete ook op praktijkonderzoek en internationalisering) lijkt te onderschatten hoe onmisbaar investeringen in het hbo en zijn studenten zijn. Het hbo levert hoogwaardige vakkrachten direct voor de arbeidsmarkt die grote tekorten kent.
1. De langstudeerboete
De langstudeerboete werd al eerder ingevoerd in 2011, maar in 2012 al snel weer afgeschaft onder andere door massale protesten. Dat de langstudeerboete nu weer opnieuw van stal wordt gehaald, is potentieel zeer schadelijk, vooral voor studenten in het hbo. Het hbo heeft veel 'eerste-generatiestudenten', studenten die als eerste in hun familie hoger onderwijs volgen. Onder hen bevinden zich veel studenten met een kwetsbare sociaaleconomische achtergrond die daardoor gevoeliger zijn voor een eventuele boete.
De langstudeerboete schaadt de toegankelijkheid van het hbo en vergroot in die zin de ongelijkheid in Nederland. Studenten worden nu al in hun keuzes beïnvloed en nemen mogelijk niet deel aan het hbo of zullen bijvoorbeeld bepaalde zwaardere (technische) studies vermijden. Dit terwijl juist nu de arbeidsmarkt staat te springen om tot het opgeleide hbo’ers die kunnen helpen bij de grote, uitdagende transities waar ons land voor staat, zoals de digitalisering, het woningtekort en de energiecrisis. Deze uitdagingen vragen om innovatieve oplossingen. Hierbij zijn vakmensen die zijn opgeleid op onze hogescholen hard nodig.
Limmen in gesprek met studenten voorafgaand aan de jaaropening.
2. Internationale hbo-studenten
Het hoofdlijnenakkoord spreekt verder over een besparing van bijna 300 miljoen op internationale studenten in het hoger onderwijs. In het hbo was, is en wordt internationalisering niet een probleem. Het hbo heeft al jarenlang een stabiele en beperkte instroom qua buitenlandse studenten van grofweg 8%. Daar komt bij dat daar waar studies in het hbo engelstalig zijn, zoals onze hotelscholen, dit in de regel direct te maken heeft met de arbeidsmarkt. Bovendien heeft het hbo dit voorjaar met de plannen voor zelfregie een breed maatregelenpakket gepresenteerd om de instroom van internationale studenten ook in de toekomst beheerst en in balans te houden. Onderdeel van deze plannen is daarnaast het voorkomen van negatieve bijeffecten van internationalisering zoals krapte op de woningmarkt.
3. Praktijkgericht onderzoek: kennisversneller van de economie
Praktijkgericht onderzoek in het hbo is nauw aangesloten op de beroepspraktijk en het hbo is daarmee een belangrijke kennisversneller van de Nederlandse economie. Doordat onderzoek in het hbo begint met een vraag uit de (regionale) beroepspraktijk en in samenwerking met dit bedrijfsleven wordt uitgevoerd, levert het direct bruikbare kennis op. Studenten worden opgeleid met deze actuele kennis en komen zo goed beslagen ten ijs in de beroepspraktijk. Praktijkgericht onderzoek is daarmee essentieel voor de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt in het hbo. Verder kunnen Mkb-ondernemers in de regio met deze kennis en dit talent blijven innoveren. Daarom ook op dit vlak de dringende oproep aan het kabinet: bezuinig niet op het praktijkgericht onderzoek.
Bekijk ook de videoboodschap van Maurice Limmen op LinkedIn >>